Aangepaste indienings- en betalingstermijn voor kwartaalaangevers
Voor kwartaalaangevers was de uiterste indieningstermijn nu de 20ste van de maand na het kwartaal. Vanaf 1 januari werd deze termijn verlengd tot de 25ste dag van de volgende maand. Er komen dus 5 dagen extra om de aangifte in te kunnen dienen.
Zo zal de btw-aangifte van het eerste kwartaal van 2025 uiterlijk ingediend moeten worden op 25 april 2025 in plaats van 20 april 2025.
De betaling zal ook binnen dezelfde periode betaald moeten worden, namelijk de 25ste in plaats van de 20ste.
De nieuwe regeling ging ook al in voor de aangifte van het vierde kwartaal van 2024 die mocht worden ingediend en betaald tegen de 25ste januari van 2025.
Idem geldt deze regeling voor de intracommunautaire opgaves voor de kwartaalaangevers.
Voor de maandaangevers is er echter geen aanpassing van de deadline en blijft deze op de 20ste van de maand volgend.
Nieuwe rekeningnummers – opgelet!
Vanaf 1 mei 2025 moet het rekeningnummer BE41 6792 0036 4210 gebruikt worden voor het betalen van voorschotten voor de nieuwe provisierekening btw en het betalen van btw die verschuldigd is ingevolge ingediende btw-aangiftes. Ook eventuele boetes en intresten zullen op dit rekeningnummer gestort moeten worden.
Van het moment de administratie een uitvoerbare titel heeft gevestigd, moeten de bedragen worden betaald op rekeningnummer BE42 6792 0000 0054.
Tot 30 april 2025 moet het huidige rekeningnummer BE22 6792 0030 0047 gebruikt worden.
Strengere sancties bij laattijdige of niet-aangifte
Keerzijde van de verlengde termijn is dat de administratie strenger zal optreden bij laattijdige aangiftes. Zo zal er steeds bestraft worden met een boete. De zomerfaciliteiten worden ook afgeschaft.
De bijzondere rekening die ontstond bij het niet-indiening van btw-aangiftes wordt vervangen door een regeling van vervangende aangiftes. Als een btw-plichtige zijn btw-aangifte niet tijdig heeft ingediend, volgt er na drie maanden een kennisgeving van een voorstel van vervangende aangifte.
In deze vervangende aangifte is het verschuldigde bedrag gelijk aan het hoogste bedrag aan btw dat is opgenomen in de periodieke btw-aangifte die slaan op de twaalf maanden vóór het aangiftetijdvak van de niet-ingediende btw-aangifte. Het minimumbedrag van de vervangende aangifte zal 2.100 EUR bedragen.
Stel dat de aangifte van maart 2025 niet tijdig op 25 april 2025 zou worden ingediend. De fiscus kan dan vanaf 1 juli 2025 een voorstel van vervangende aangifte doen. Om het verschuldigd bedrag van de vervangende aangifte te bepalen, zal de fiscus kijken naar het hoogste bedrag opgenomen in rooster 71 van de aangiftes van januari 2024 tot en met februari 2025.
Na ontvangst van de vervangende aangifte heeft de btw-plichtige nog de tijd om binnen de maand alsnog de ontbrekende btw-aangifte in te dienen. Bij gebrek aan indiening van de ontbrekende btw-aangifte, wordt de vervangende aangifte definitief.
Aangepaste regels voor btw-tegoeden
In de nieuwe regeling kunnen btw-tegoeden over de lopende btw-periode enkel teruggevraagd worden in de btw-aangifte zelf. Tegoeden van vorige btw-periode moeten via een aparte procedure teruggevraagd te worden via de btw-provisierekening.
Om de terugbetaling te kunnen krijgen van het btw-tegoed van de ingediende btw-aangifte, moet niet alleen die aangifte tijdig zijn ingediend, maar moet dat ook het geval zijn voor de btw-aangifte van de zes maanden die de betrokken aangifte periode voorafgaan (de twee voorafgaande kwartaalaangiften of de zes voorgaande maandaangiften).
Het tegoed moet minstens 50 EUR bedragen en de fiscus moet tijdig over een geldig bankrekeningnummer beschikken.
De terugbetaling van het tegoed volgt uiterlijk op het einde van de tweede of de derde maand die volgt op het betrokken aangiftetijdvak.
De nieuwe regeling houdt in dat het voor maandaangevers niet meer vereist is om over een maandelijkse teruggaafvergunning te beschikken.
Tot eind april 2025 blijft de huidige regeling van de btw-rekening-courant behouden.
Wijzigingen op het vlak van de procedure
Op het vlak van procedure was er in het verleden geen strikte wettelijke termijn om te antwoorden op vragen om inlichtingen inzake btw. Vanaf 2025 zal de termijn worden vastgesteld op één maand, te rekenen vanaf de derde werkdag na verzending om de vraag om inlichtingen. Dit naar analogie van de termijn bij directe belastingen.
Vanaf 2026 zou het mogelijk moeten zijn om de verschuldigde btw via domiciliëring te betalen aan de fiscus. Op die manier zal de btw automatisch geïnd kunnen worden.
Voor meer info omtrent deze wijzigingen heeft de administratie een brochure gepubliceerd: https://financien.belgium.be/sites/default/files/downloads/vernieuwde-btw-ketting-20241122.pdf
Voor meer vragen kan u steeds terecht bij onze Vooruitkijkers!