Nieuwe verplichte vermelding vanaf 1 januari 2023
Bij facturatie van werken in onroerende staat aan een btw-plichtige klant volstond het voor de Belgische aannemer om op de factuur de vermelding “Btw verlegd” op te nemen.
Op de factuur wordt er geen btw aangerekend, maar de klant moet de btw voldoen via zijn periodieke btw-aangifte. Klanten die geen periodieke btw-aangiftes indienen kunnen niet genieten van de regeling btw verlegd. Bijvoorbeeld ‘kleine ondernemingen’ (omzet < 25.000,00 EUR) en forfaitaire landbouwers. In de praktijk liep het hier regelmatig mis. Het btw-nummer werd toch meegedeeld aan de aannemer waardoor het niet altijd duidelijk was of de btw-verleggingsregels toegepast mochten worden.
Er zal nu een extra vermelding op de factuur opgenomen dienen te worden, namelijk:
“Verlegging van heffing. Bij gebrek aan schriftelijke betwisting binnen een termijn van één maand na de ontvangst van de factuur, wordt de afnemer geacht te erkennen dat hij een belastingplichtige is gehouden tot de indiening van periodieke aangiften. Als die voorwaarde niet vervuld is, is de afnemer ten aanzien van die voorwaarde aansprakelijk voor de betaling van de verschuldigde belasting, interesten en geldboeten.”
Het gevolg hiervan is dat wanneer een klant die wel een btw-nummer heeft, maar geen periodieke btw-aangiftes indient (zoals o.a. kleine ondernemingen en forfaitaire landbouwers) verplicht zijn dat wanneer er verkeerd gefactureerd wordt, om binnen de maand de aannemer te verwittigen dat er een factuur moet opgesteld worden met aanrekening van btw in plaats van met btw verlegd.
Als er door de aannemer ten onrechte met btw verlegd gefactureerd is, maar de vermelding opgenomen heeft op de factuur, dan is de aannemer niet langer aansprakelijk voor de betaling van de btw als de klant niet binnen de maand heeft gereageerd op de foutieve factuur. Het is uiteindelijk de klant die aansprakelijk is voor de betaling van de verschuldigde btw, intresten en geldboeten.
Voor meer vragen kan u steeds terecht bij onze Vooruitkijkers!